Kleine blonde wereld

Wednesday, May 17, 2006

Travis

Een konijn. Een overheerlijk sappig konijn. Die geboren is om de mens te voorzien van voedsel. Op een grote zilvere schaal met gekropte sla, tomaat en komkommer wordt hij geserveerd, en zijn huidje is goudbruin besmeurd met verdamte wijn. Maar dat feest is pas tot kerst!

Het kleine diertje entertainde de mensen met gekke kunstjes en aanstekelijke blikken naar de eventuele baasjes vanuit het raampje in de dierenwinkel.

Hij deed mij terug denken aan de mooie tijden die ik heb mogen meemaken met mijn konijntje Luca. Wij waren Soulmates en haalde samen de gekste dingen uit. Ik keek hem in zijn diep bruine tranende oogjes, en hij in de mijne. Wij begrepen elkaar. Mijn Soulmate is tot mijn spijt overleden door een wilde achtervolging van een vleesetende Pitbull, maar hij leeft voort in het stinkende hok ergens weg gedrukt in een hoekje van de tuin.

Suus en ik liepen naar binnen, tien minuten later stonden we weer buiten met zaagsel, konijneneten en een grote doos mét dat leuke entertainende konijntje erin genesteld.
We zijn bezweken. Gevallen voor het kapitaal etende onderdeurtje, met misschien wel als grootste reden we met liefde elke week zijn hokje mogen schoonmaken, elke dag voorzien van een vol bakje eten, en als klap op de vuurpijl we hem de ruimte geven, naast zijn nieuwe pimp-huis, om hem vrij te laten in de grote tuin vol met gras, bloemen, holletjes, en de ontsnaproutes onder de bosjes.
Het zijn slimme beesten. Ze weten dondersgoed dat ze weer terug moeten naar hun kleine hokje wanneer het speelminuutje voor het baasje niet meer leuk is, en rennen met 180 km p/u de ontsnaproutes uit. Maar voor de rest zijn het heerlijke beesten.

Ik ga er samen met Suus maar is van genieten nu onze Travis nog zo klein is. Foto's zal ik maken, wanneer mijn computer mee werkt om ze te planten. Ik zal verhalen schrijven over onze opgroeiende Travis. Ik zal zijn eerste stapjes uitlachen, maar waarderen. En aan het eind van de dag zal ik hem weer terug zetten in zijn Pimp-huis. Terug naar de grote boze mensenwereld.

Thursday, March 16, 2006

Mama

Ik loop op de plek waar je ziel wordt ge-eerd. Soms pink ik een traantje weg, vaak niet. Twee en een half jaar kon ik niet om jou huilen. Nu is het zover. Wat iedereen mij met wijze woorden zachtjes toefluisterde. Ik stort op de grond. Je hart wordt genadeloos uit je borstkast gerukt. Je poppengezichtje wordt met honderden spieren aangetrokken tot een droevige Barbie. En geen Ken naast je die je pijn mee voelt. Je moet het alleen voelen. Want geen enkele ziel zal dit voelen, zoals ik dit voel. Jij was mijn Mama, en van niemand anders. Dit is wat ik nooit gemeend kon voelen, maar nu wel. Je kan er af en toe een woord over kwijt. "Achja, het is nou eenmaal zo..".
Mijn mooie Moeder. Jij hebt meer dan 18 jaar geleden jouw lichaam uitgeleend voor mij. Mijn poep van mijn zachte baby-billetjes geveegd. Voor mij gezorgd tot in zo verre jij dat toen kon.
Ik heb jou mooie en blanke huid, met nog steeds baby zachte billetjes. Jouw integere, maar vooral indringende vrij blik, die soms tevoorschijn wordt getoverd door een mooie zin, of een onverwachts kadootje. Jouw goede hart & liefheid. Jouw onzekerheid. Helaas vind ik jouw waardigheid en doorzettingskracht niet terug in mijn bloed. Misschien zit het er wel. Maar na 15 jaar van mijn te mogen genieten en on-genieten, mocht jouw innerlijke ster niet meer de tijd nemen om die kwaliteiten bij mij los te maken. De tijd was op. En voor jouzelf mocht je eindelijk gaan. Verlost van de pijn.
Tranen van gemeend gemis en ontevredenheid belichten nu mijn ziel, maar door jouw innerlijke ster die nog steeds als een gedemt vuurtje schijnt, kan ik jou niet missen.